#ThrowbackThursday: Van stijl- naar snelroeien

Meer zon, en minder lange afstanden; we staan, met de Varsity, HNOT en niet te vergeten onze eigen TraianusRegatta, weer aan het begin van een (hopelijk) glansrijk kortebaanseizoen. Alle wedstrijdroeiers trainen zich een ongeluk om zo fit mogelijk aan de start te verschijnen van de meest prestigieuze wedstrijd van het jaar, en de competitieroeiers komen langzaamaan uit de krochten van de villa van Schaeck gekropen, om ook maar eens een paar halen op het water te gaan maken.

Maar hoe zag zo’n seizoen er zo’n 50 jaar geleden uit?

In de jaren zestig en zeventig lag het aantal wedstrijden waar Phocas aan meedeed een stuk lager. Kwaliteit boven kwantiteit zullen we maar zeggen, want als roeier moest je wel écht discipline hebben om mee te mogen doen. Een roeier die toch betrapt werd “aan een sigaret te trekken of een glaasje geestrijk vocht tot zich te nemen, werd zonder pardon aan de kant gezet”. Deze discipline leek ook over het algemeen verwacht te worden van de mannen, en niet persé van de vrouwen; racewedstrijden voor vrouwen waren namelijk schaars. Tot 1970 werden er voor vrouwen veelal stijlroeiwedstrijden georganiseerd, die meer de nadruk legden op mooi roeien, dan op het hard roeien. Aan het begin van de jaren zeventig werd duidelijk dat vrouwen ook hard kunnen en willen roeien, en werden bij de meeste wedstrijden ook vrouwenvelden uitgeschreven. De afstanden waren echter nog niet zoals wij deze nu kennen. De meeste wedstrijden waren over een afstand van 1500 meter, en bij veel wedstrijden roeiden de vrouwen zelfs nog kortere afstanden, iets wat wij tegenwoordig gewoon sprintjes noemen.

Op de foto: de Eerste keer dat Phocas dames meededen aan “de Head” in 1967

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *