Het verhaal van een roeier door Gérard van Engelen

Dhr. G. (Gérard) van Engelen heeft op verzoek van de HistoriCie zijn Phocas ervaring op papier gezet. In de video van 10 minuten vertelt Gérard zelf zijn verhaal, ondersteund met foto’s uit zijn tijd. De video is ondertiteld, maar mocht u het later terug willen lezen, staat het volledige verhaal tevens in deze post beschreven.

 

Voor de prachtige film die Jutta Verduin namens de HistoriCie heeft gemaakt kunt u de volgende link gebruikenhttps://youtu.be/x-a-jrTT9QQ

 

Gérard was tussen 1957-1967 bij Phocas betrokken en heeft gecoacht en in begin jaren ’60 een bestuursjaar gedaan waar hij zowel vice-praeses als abactis was. Ook was Gérard lid van het dispuut Walewein.

 

Het verhaal van een roeier

Door Gérard van Engelen, lid geworden in 1957

31 oktober 2020

 

Van jongs af aan heb ik als sporter nooit zo geweldig uitgeblonken. Ik had ook niet van die echte sportouders die me naar tennisbaan en hockeyveld heen en weer sleepten. Op mijn kostschool moest ik twee keer per week voetballen, alleen al omdat ik een pesthekel had aan wandelen, het enige beschikbare alternatief.

Toen ik me van dit onbarmhartige regiem na een paar jaar had weten te bevrijden werd mijn wereld een stuk groter en ontstond er in mijn leven een grotere keuze vrijheid. Al gauw werd mij duidelijk dat de leukste meisjes hockeyden. Dat werd het dus.

 

Erg lang duurde die periode niet; het studentenleven kwam in zicht. In Nijmegen -het was inmiddels september 1957- was de keuze “kaal of naar Diogenes”, de alternatieve mannen gezelligheidsvereniging die in dat jaar het licht zag.

Ik heb daar niet lang over nagedacht; het dilemma deed zich ook eerst voor toen mijn totale tonsuur al had plaatsgevonden. Het was en bleef dus de Sociëteit Roland, de tot dat moment enige mannen gezelligheidsvereniging, die zich de cultuur van wat wij, en met name ‘zij’ toen nog geneigd waren de ‘echte’ studentencorpora te noemen, probeerden eigen te maken, inclusief de wat ruigere groentijd rituelen en een verenigingsstructuur, opgebouwd uit per jaargang gelaagde disputen, die allemaal zo hun eigen karakter hadden. Ik koos voor het inmiddels helaas voormalig dispuut Walewein en trof daarin nogal wat mensen die roeiden bij Phocas of dat in hun eerdere jaren hadden gedaan.

 

In de groentijd was een dag ingeruimd voor een bezoek van alle nuldejaars onder leiding van de groencommissie aan bestuur en leden van Phocas. Het werd een rommelige, zeg maar, tamelijk chaotische dag. De groencommissieleden oefenden op gebruikelijke wijze hun gezag uit, terwijl het bestuur van Phocas en de aanwezige ouderejaars roeiers hun best deden om duidelijk te maken dat hier sprake was van een buitengewoon serieuze sportbeoefening die zich afspeelde in een stoere, mannelijk amicale sfeer.

(Excuses dames voor deze ogenschijnlijk wat eenzijdig gekozen woorden, die mutatis mutandis uiteraard ook voor jullie gelden).

 

De eerstejaars dames hadden hun eigen kennismaking met Phocas en- laat ik het hier maar gelijk opschrijven ter voorkoming van ook maar de geringste onmin met wie dan ook van mijn latere heldinnen- we zullen nooit vergeten dat Phocas’ eerste overwinning in een nationale wedstrijd twee jaar later werd behaald door 9 topvrouwen, gecoacht door Maria Ruigewaard en Roel van Lonkhuizen.

 

De ‘Phocasmensen’ (het bij mij wat ongemakkelijk in de mond liggende woord ‘Phocanen’ dateert van aanzienlijk latere datum) wilden vooral zoveel mogelijk eerstejaars overhalen om in de weken daarna nader op Phocas te komen kennismaken en zich te laten overhalen het lidmaatschap te testen. Zij waren op deze dag vooral geïnteresseerd in lengte, lichaamsbouw, gewicht en sportieve krachtige uitstraling van de jonge kandidaten. Zij hadden minder behoefte aan de gebruikelijke spelletjes en pesterijtjes, waaraan de groentijd soms zo ‘rijk’ was.

 

Ik was gewonnen en besloot onmiddellijk me als lid aan te melden. Ik heb daar nooit spijt van gehad.

 

Wel, een maand later zat ik voor het eerst van mijn leven in een echte roeiboot, althans in een zogenaamde Wherry, een oefenboot, waarin we in korte tijd de techniek van de haal onder de knie moesten zien te krijgen. We oefenden in steeds weer verschillende teams en opstellingen waardoor onze coaches zicht kregen op ieders mogelijkheden en welke combinaties later opgesteld zouden kunnen worden.

 

Op een Zaterdag, eind november, de dag van het jaarlijkse meer dan beroemde Snieklaas feest, in de boten werkplaats en het clubhuis, moesten ’s middags alle ‘voorlopige’ ploegen voorroeien voor bestuur en coach commissie. Vervolgens werd de opstelling van de eerste wedstrijdploegen, Dames en Heren, bekend gemaakt. Er werden onder meer twee eerstejaars Heren achten geformeerd die enkele maanden later met elkaar zouden gaan strijden om deelname aan de openingswedstrijd van het seizoen 1958, The Head of the River, die in april ’58 plaats zou vinden op de Amstel.

 

Daarna werd het echt serieus. Al spoedig gingen we meerdere keren per week en later dagelijks trainen. Na een spetterend intrainingsfeest waarbij ‘alle’ kroegen van de binnenstad werden aangedaan gingen we de zgn. ‘zware training’ in. Dat betekende iedere dag boottraining, stoppen met roken, geen alcohol en ’s avonds om 11.00 uur naar bed. Weer enkele weken later stapte ik met mijn acht nieuwe makkers in ‘onze’ boot, de “van OGTROP”, genoemd naar een van de belangrijkste oprichters van Phocas, Jezuïet en oud Nereus-roeier, aanspreektitel “de Pére”. Weer een paar maanden daarna startten we in Ouderkerk aan de Amstel in die boot, voor onze eerste nationale wedstrijd, de Head of the River, 8 KM tot in het hart van Amsterdam. Daaraan was overigens op het Maas Waal kanaal nog een felle tweestrijd voorafgegaan om te bepalen welke van de twee eerstejaars achten aan deze wedstrijd zou gaan deelnemen. Ik bofte weer. Onze coach, Hylke Tromp had ons geleerd hoe we de acht van “de Pére” moesten verslaan.

 

De wedstrijd op de Amstel was (en is nog ieder jaar) een spectaculair evenement, waarbij een 40-tal ploegen van verenigingen uit het hele land steeds 20 seconden na elkaar startten in Ouderkerk aan de Amstel en in een lange sliert op weg gingen naar Amsterdam, al waar de gemaakte tijden werden geklokt. Spectaculair vanwege de enorme belangstelling en bijbehorend geluidsvolumen van mee toeterende en fietsende supporters en vanwege de vaak spannende inhaal manoeuvres door ‘roekeloze’ stuurlieden op de kronkelige rivier. Een geweldige ervaring, waarbij onze ‘jonge’ ploeg, het dient gezegd, een bescheiden rol speelde.

 

NOTA BENE

 

Wat de resultaten betreft in die jaren, Phocas werd opgericht in1947 en was nog een jonge vereniging, als je dat vergeleek met de overige studenten en burgerroeiverenigingen waar we het tegen gingen opnemen. En jong betekende in dit geval een vereniging met nog betrekkelijk weinig leden, nog te weinig ervaren coaches, beperkte financiële middelen en vaak nog tweedehands materiaal. Dat bracht met zich mee dat we in de jaren 50 nog niet onmiddellijk winnende ploegen op het water konden brengen. Daarnaast moesten we hard werken aan de verdere opbouw van de vereniging. Dat opbouwen betekende ook dat je steeds goed moest nadenken wat je naast je studie nog wilde en kon doen, roeien, coachen, commissie- of bestuurlijk werk of, in bepaalde periodes, helemaal niets. Daarbij beschouwden we het ook als behorende bij de rol van de coach om van tijd tot tijd aandacht te besteden aan de studieresultaten van de ploegleden. Dat vonden we ook van belang en ook daarbij hadden we naar mijn inschatting succes. Wat we daarbij ook zagen was dat het roeien vaak door vaste schema’s van eten, drinken, slapen enz. structuur kan aan brengen in het dagelijks leven. Mijn ervaring is dan ook dat roeiers in het algemeen goed studeerden.

 

Wat mijzelf betreft, ik heb bij Phocas allereerst een tweetal jaren wedstrijden geroeid, waarvan onze ploeg er een heeft gewonnen, die in de overnaadse vier, tijdens de Districtswedstrijden op het Maas Waal Kanaal. Geen echte topwedstrijd maar we ervoeren het zeker als een topprestatie om de overnaadse vieren van enkele oude studentenverenigingen te verslaan. Al gauw ging het verhaal dat onze coach, classicus Harry van Gils, ongeveer een hele week na deze overwinning leefde in een zorgvuldig in stand gehouden roes.

 

In de twee daarop volgende jaren heb ik jonge ploegen gecoacht en als vice-praeses, abactis bestuurlijke dingen gedaan.

 

Eind vijftiger jaren ontstond geleidelijk een kentering in de resultaten van Phocas en gingen de resultaten van de vereniging sterk omhoog. Alle leden uit die dagen zullen zich te namen blijven herinneren van Leo Knippenberg en Henk Koekenbier, die in de jaren ’60 en 61 Nationaal en internationaal triomfen vierden in de ongestuurde twee en er ook nog in slaagden samen een jaar bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen.

Helaas zijn beiden jong overleden.

 

Na mijn afstuderen in 1962 heb ik nog een jaar of 5 met andere veteranen op Zaterdag ochtend bij Phocas kunnen roeien. Daarna heb ik me als gevolg van nogal wat verhuizingen een aantal jaren moeten ‘behelpen’ met tennis, golf, zelfs fitness en andere best wel leuke spelletjes.

 

Als 82-jarige nog redelijk vitaal, roei ik de laatste 25 jaar wekelijks in mijn ‘oude mannen acht’ bij Roeivereniging Rijnland in Voorschoten, in wat je een ‘regenboog ploeg’ zou kunnen noemen, waarin nogal wat oud-leden van andere studenten verenigingen uit min of meer dezelfde jaargangen een plaatsje hebben gevonden. We roeien met deze ploeg in het algemeen nog één wedstrijd per jaar, m.n. the Head en dat willen we nog een poosje blijven doen.

 

NB: We zijn min of meer permanent op zoek naar fitte 80’ers. Aanbreng wordt zeer op prijs gesteld!

 

TEN SLOTTE

 

Roeien is een fantastische sport. Het is goed voor je hele lijf. Je kunt het tot op hoge leeftijd blijven doen. Het is een ongekende sensatie om met z’n vieren of achten samen één haal te maken.

Het is volgens mij daarom ook een van de weinige echte teamsporten erin ieder veruit de mooiste.

 

Als je ergens vrienden voor het leven kunt maken, dan is dat zeker bij Phocas.

  1 reactie op “Het verhaal van een roeier door Gérard van Engelen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *