Door Lucas Besteman namens de HistoriCie:
Nu de verhuizing naar het Bastion eindelijk voor de deur staat moeten we binnenkort toch echt afscheid gaan nemen van ons dierbare botenhuis de Haemel. Maar hoe doe je dat? Hoe verlaat je een plek die je zo dierbaar is? Begin jaren 70 stelde Phocas zich die vraag ook. Misschien kunnen we een voorbeeld nemen aan hoe het er toen aan toe ging.
Het jaar was 1971. Het 25e bestuur had nog maar net zitting genomen. Rod McKuen bekleedde met zijn heerlijke anti-war nummer ‘Soldiers who want to be heroes’ de nummer 1 plek van de Nederlandse top 40. Maar Phocas zat met een groot probleem. Tot die tijd hadden wij ons botenhuis namelijk aan de overkant van het kanaal onder de Graafsebrug, die wij nu de 2e brug noemen. De Graafsebrug moest wijken voor een nieuwe brug op dezelfde plek vanwege de verbreding van het kanaal. Aanvankelijk had Phocas tot 1 september 1970 om het terrein te verlaten. Door problemen met vergunningen voor de bouw van een nieuwe locatie bij ‘het meertje’ hebben ze dit weten te rekken tot november 1971. Ondanks deze sombere tijd van onzekerheid heeft men ook te kans gezien om een geweldig laatste feest te geven op die vertrouwde plek. Onder het thema ‘LAZERUS OP’. Het clubhuis, wat zich in barakken naast de tunnel bevond, was al tegen de vlakte. De uitgeholde drempel was als relikwie uitgestald op het Phocas-huis, dus het feest zelf werd in de oude loods onder de brug gehouden. Na een, zoals hij zelf zegt, grafrede-achtige toespraak door Leo Geeraedts, waarin hij mooie herinneringen naar boven haalt klinkt het Haemellied voor de laatste keer onder de Graafsebrug en wordt er uitvoerig gedanst terwijl het verdriet wordt verzopen in pils. Zo verlaat je een plek die je dierbaar is in stijl.






