Tijdens afgelopen lustrum-reünie is Gerard Kusters feestelijk gehuldigd om zijn benoeming tot Lid van Verdienste. Benieuwd om de reden en het inspirerende praatje door niemand minder dan onze eigen Jacqueline van der Pol? Lees het hier!
Ad. 7 Voorstel benoeming Lid van Verdienste
Gijs Tolmeijer: Dit agendapunt gaat het behandelen van het voorstel voor de benoeming tot lid van verdienste van Gerard Kusters. Ik kan zelf een heleboel vertellen over Gerard, wat hij heeft gedaan en waarom hij deze eretitel verdiend, maar iemand anders kan dit veel beter. Namelijk niemand minder dan Jacqueline van der Pol. Jacqueline is in 1970 begonnen bij Phocas en heeft lange tijd gewedstrijdroeid. Dit was zeker niet zonder succes, want in 1977 heeft zij als Phocaan zelfs het WK mogen starten. Hierna heeft ze meerdere jaren fanatiek gecoacht en is ze Chef d’équipe geweest van de Nederlandse roeiploeg. Heel bijzonder je hier te mogen ontvangen voor deze benoeming. Dus bij deze Jacqueline, het woord is aan u.
Jacqueline van der Pol: Je mag je zeggen hoor Gijs. Ik mag nu het woord. Ja jij zit nu te kijken want je hebt me al eerder gezien.
In de periode 1970-1980 was ik Phocaslid. lk heb eerst drie jaar wedstrijd geroeid, daarna drie jaar gecoacht, toen weer twee jaar geroeid en tot slot nog eens twee jaar gecoacht. lk heb de professionaliseringsslag bij Phocas en de transformatie van het haalbeeld dus zelf in verschillende fases en verschillende rollen meegemaakt. En dat alles in de ‘glorieuze jaren ’70’ zoals in de 13e lustrum almanak staat (p. 147 t/m 150).
Bij mijn eerste overstap van roeier naar coach, in 1973 ging het, zoals het al 25 jaar ging bij Phocas. Van je voorganger kreeg je de toeter en de stopwatch. En misschien leende je van de wedstrijdcommissaris het enige exemplaar dat de club bezat van ‘Rudern’, de Oost Duitse roeibijbel. En vervolgens op de fiets, door de modder, en het struikgewas. Je coachte je ploeg, zoals jij zelf gecoacht was! Dezelfde oefeningen; duurtraining in de winter, intervallen in de zomer en tot slot natuurlijk heel veel startjes oefenen. En je werd de bewaker van de codes: half twaalf in bed, niet roken, vanaf intrainingsfeest niet meer drinken.
Dit is een beetje gechargeerd, maar het was wel het patroon: coachervaring & routines werden in de praktijk overgedragen! De KNRB organiseerde één dag voor beginnende coaches; Iwan Vanier fietste eens per jaar mee…
Veel enthousiasme en toewijding. Weinig visie, ontwikkeling, vernieuwing. Dat veranderde toen Gerard ging coachen.Er ontstond een nieuw perspectief toen zijn partner Maria heel goed mee bleek te kunnen in het elite veld. Bij de heren roeiden Ted Bosman en Vincent Horstink zich in de kijker, kwamen in een ploeg met Aegir en af en toe was roeimagiër Rutger Roëll langs het kanaal te zien (met de Roëllhaal).
De bedachtzame, leergierige en nieuwsgierige Gerard ging zijn eigen weg. Hij las alles wat erover roeien en de nieuwste inzichten te lezen viel. Hij dacht veel en lang na over de roeihaal en ontwikkelde zijn eigen visie. Hij zorgde voor een professionaliseringsslag: Van afstellen van het materiaal (op de roeier én het haaltype), tot het beter benutten van de kennis van de universitaire inspanningsfysiologen. Van gerichte krachttraining, tot een eigen haalbeeld, de ‘stuwende haal’. Hij ging logboeken bijhouden, gerichte aanpak per roeier bedenken, en dat alles onderbouwd! Zo stond hij bij Phocas, als ‘hoofdcoach’ aan de basis van een eigen visie en coach aanpak.
Door de talentvolle, en goed gecoachte roeiers ging Phocas opvallen bij wedstrijden. En de KNRB herkende de kwaliteiten van Gerard. Hij werd coach van de damesacht op het WK van Nottingham (1975), en een jaar later coach van de dames 4+ bij de OS in Montreal. Hij werd gevraagd om lid te worden van de TAC, Technische Adviescommissie van de KNRB. En het enigszins marginale knorrenclubje uit het oosten, kwam in de schijnwerpers, waardoor in die periode naast de al genoemde toproeiers, ook vele anderen een uitnodiging kregen voor de landelijke trainingsweekends op Papendal, voor combinatieploegen en voor de nationale selecties.
Bij de dames, Carolien Bruls, Monique Reintjes, Friede Simmes en ikzelf; bij de heren mensen als Frans Obbens, Kees Bisseling, Marc Schouten, Vincent van Alem, Curt Comans, Hans Helmonds, etc. etc. Daarom wil ik de ALV vragen om voor te stemmen op dit stuk.
Gijs Tolmeijer: Goed, heel erg bedankt voor uw toelichting Jacqueline. Wij staan als bestuur ook erg achter deze benoeming van Gerard Kusters en onderstrepen alle mooie woorden van Jacqueline. Heel erg bedankt voor je praatje. Goed om te horen dat Phocas destijds zo hoog gepresteerd heeft.
Jacqueline van der Pol: En breed! Ja jullie hebben nu Koen. Maar die zit ver weg in Amsterdam
Gijs Tolmeijer: Dan gaan we nu over op stemming. Voelt iedereen zich voldoende geïnformeerd? Ja. Fijn. Is er behoefte aan stemming?
→ Ja? dan gaan we nu over op stemming. Wil iedereen die voor stem nu zijn hand omhooghouden? Dan nu alle stemmen tegen. Dan nu iedereen die wilt onthouden.
Voor: Unaniem
Tegen: 0
Onthoudingen: 0
Goed dan is bij deze met een overgrote meerderheid van het aantal stemmen de benoeming van Gerard Kusters tot Lid van Verdienste aangenomen. Klap.
→ Nee? Fijn, dan is bij deze per acclamatie benoeming van Gerard Kusters tot Lid van Verdienste aangenomen. Klap.
Eline van de Wetering: Hoe wordt dit aan hem bekend gemaakt?
Gijs Tolmeijer: Dit is al aan hem bericht. Op de reünistendag wordt het officieus aan hem bekend gemaakt